DEN HAAG () – Het ministerie van Infrastructuur zou “zo snel mogelijk grondiger milieuonderzoek” moeten doen naar kernafval, vindt de Commissie voor de milieueffectrapportage. In het onderzoek dat het ministerie nu heeft opgeleverd staat dat de opslag van radioactief afval “veilig en verantwoord” is, maar volgens de commissie wordt de onderbouwing daarvoor “feitelijk niet geleverd”. Evenwel heeft de commissie nu geen aanwijzingen dat er acute milieurisico’s bestaan.
Het kabinet moet iedere tien jaar een software opstellen voor de omgang met kernafval. Het ministerie zegt de komende jaren niet met vers beleid te komen, maar volgens de commissie ontslaat dat staatssecretaris Chris Jansen (Milieu, PVV) niet van de plicht om clean onderzoek op te leveren. Zelfs bij ongewijzigd beleid dreigen de huidige stortplaatsen voor schijnsel radioactief afval vol te raken. “En we hebben het niet over snoeiafval”, aldus een woordvoerder. “Dit materiaal kan tienduizenden jaren gevaarlijk blijven.”
Het afval is afkomstig van vijf locaties: de kerncentrale in Borssele, de voormalige kerncentrale in Dodewaard, de reactor in Petten, de onderzoeksreactor in Delft en de verrijkingsfabriek Urenco in Almelo. Het wordt tijdelijk opgeslagen in Vlissingen, maar daar kan het niet blijven. Die opslag raakt vol, en alleen daarom al zou het kabinet beter de milieugevolgen moeten onderzoeken.
Jansen laat weten het “belangrijk” te vinden dat kernafval veilig en verantwoord wordt opgeslagen. “Het is aan het ministerie om dat goed te onderbouwen.” Hij erkent de kritiek van de commissie. “Er ligt nog een opgave”, constateert hij. Het ministerie gaat in ieder geval een vers rapport opstellen voor de periode 2030-2035, en haalbaar ook voor 2025-2030.
