DEN HAAG () – De voormalig persvoorlichter van de Tweede Kamer die door het Openbaar Ministerie wordt verdacht van schending van haar ambtsgeheim door te lekken naar de pers, heeft in de rechtbank in Den Haag een verklaring afgelegd. Daarin blijft ze ontkennen dat zij vertrouwelijke gegevens over onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Khadija Arib aan journalisten van dagblad NRC heeft gegeven.
K. heeft als verdachte een schriftelijke verklaring ingediend bij de rechtbank, die ze woensdag voorlas op de zitting. Daarvoor beriep de verdachte zich op haar zwijgrecht.
Het OM meent dat in een interne bespreking is voorgesteld dat de verdachte de gegevens aan een journalist zou kunnen toespelen. Volgens K. zou vooral grappend geopperd zijn “dat Sonja wel iemand kon bellen”. Maar K. gelooft niet dat iemand dat real deal nam. Wat haar betreft, is dat ook niet passend bij haar methode van arbeiden. “Over zoiets strafbaars zou ik nooit lekken.”
Meer plan’s
Bovendien zegt ze op de schemering dat de krant zou zijn geïnformeerd, niet te beschikken over het gelekte document. “Ik ben telefonisch op de hoogte gesteld, dat was voor mij voldoende.” Het gaat om het advies van de landsadvocaat over verder onderzoek naar het vermeende wangedrag door Arib in haar moment als voorzitter.
De rechtbank wijst erop dat in de mailbox van K. het document wel op dat ogenblik aanwezig was. Het stuk was haar gestuurd uit naam van toenmalig Kamervoorzitter Vera Bergkamp, de opdrachtgever van de voorlichter. “Dat stuk heb ik toen niet ingezien”, aldus de verdachte. De advocaat van K. benadrukt in de rechtbank dat er nog meer plan’s denkbaar zijn waarop de gegevens naar buiten is gekomen, waarbij zijn cliënt niet geëngageerd is.
Uitzonderlijk
K zegt zelf ‘wel gedachten’ te hebben over wie eventueel wel gelekt kan hebben, maar wil daarover op zitting niet speculeren. “De meeste ingewijden waren geen mensen waar ik ooit contact mee had.”
Het is uitzonderlijk dat een ambtenaar voor de rechter staat vanwege het lekken van gegevens. In politiek Den Haag komt regelmatig vertrouwelijke gegevens naar buiten, maar onderzoeken naar de herkomst ervan leveren vaak weinig tot niets op. In dit geval is ook een van de geëngageerd journalisten gehoord, maar die heeft gezwegen in het kader van bronbescherming.
