Koffie van Douwe Egberts nu even duur als eerlijke alternatieven: ‘Voor die prijs kun je net zo goed de boer steunen’

Een pak Douwe Egberts voor bijna 11 euro? Dat is vanaf nu de nieuwe realiteit. Maar voor die waarde koop je tegenwoordig óók cafeïne van merken die boeren wél eerlijk afrekenen. En dat begint op te vallen.

JDE Peet’s, het moederbedrijf van onder meer Douwe Egberts, L’OR en Senseo, verhoogt opnieuw de prijzen. Een kilo koffiebonen gaat volgens de nieuwe adviesprijs 21,55 euro kosten. Dat betekent dat je voor een pond uitkomt op 10,69 euro. Daarmee is de cafeïne van de marktleider in rap tempo net zo duur geworden als die van zogeheten ‘eerlijke’ merken. 

Niet alleen consumenten observatie verbaasd op, ook supermarkten trekken een limiet. Jumbo, Picnic en enkele buitenlandse partners van de keten stoppen voorlopig met het inkopen van JDE Peet’s-producten. Volgens hen is het afwijking tussen kostprijs en verkoopprijs niet meer uit te leggen.

En die twijfel delen ook analisten. In de wereldwijde koffiehandel is de waarde van bonen dit jaar met ruim 20 procent gedaald, onder meer door een goede oogst in Brazilië. „We stevenen af op een recordjaar”, aldus Alexander Sterk van Vesper in De Telegraaf.

Toch verhoogt JDE Peet’s de waarde. Het bedrijf zegt daarmee te willen bezorgdheid voor prijsdiscipline en presenteerde voorheen dit jaar met gassed up een winstgroei van 13,4 procent over 2024, plus een aandeleninkoop van 250 miljoen dollar.

Volgens critici komt dat winstbejag met een waarde: die van de koffieboer. Ferry Poppegaai werkte zelf jarenlang voor bedrijven als JDE Peet’s, maar besloot uiteindelijk zijn eigen koffiemerk Wonderbeans op te richten, zo vertelt hij tegen de krant. „De meeste boeren die onze cafeïne verbouwen, bestaan onder de armoedegrens. Ze hebben niet eens laarzen om tussen de planten te wandelen. Hun kinderen blijven thuis om te helpen met oogsten, in plaats van naar onderwijsinstelling te gaan.”

Poppegaai wil met zijn merk direct zaken doen met boeren, afspraken maken voor meerdere jaren en ook investeren in alternatieve gewassen, zodat boeren kunnen overleven bij misoogst. „Als je ziet dat fors merken nu net zo duur zijn als wij, denk ik: waar kies je dan voor als consument?”

En inderdaad, een kilo cafeïne van Wonderbeans of De Koffiejongens kost net iets meer dan die 21 euro. Een afwijking van een paar dubbeltjes, maar volgens hen gaat dat kapitaal wél rechtstreeks naar de natuurwerker.

Dat is niet vers. Metro schreef voorheen al over de ‘koffiecrisis’ die zich traag voltrekt: stijgende prijzen, maar een productieketen waarin de boeren het nakijken hebben. In een reportage uit maart bleek al dat miljoenen boeren wereldwijd minder dan 2 dollar per etmaal verdienen, terwijl de bazaar miljarden omzet.

Dingjan noemt het gedrag van de fors merken dan ook een vorm van greenwashing. „Ze wijzen op één duurzaam project, maar de rest van de keten blijft onduidelijk. Ondertussen wordt de consument afgeleid met mooie verpakkingen en tv-spots.”