Hier woon je het best: de grotendeels leefbare steden van Nederland en Europa
Wat is de ideale gemeente om in te wonen? Moeilijk te zeggen, maar op basis van allerlei gezondheidsfactoren heeft de Healthy Urban Design Index (HUDI) de leefkwaliteit van maar liefst 917 Europese steden vergeleken. Daaruit komen een aantal onverwachte koplopers naar voren.
Om de leefkwaliteit te meten, kijkt de HUDI naar vier belangrijke terreinen: stedelijk constructie, duurzame mobiliteit, milieukwaliteit en de aanwezigheid van groen. Elke gemeente krijgt voor elk onderdeel een score tussen de 0 en 10, wat samen het uiteindelijke cijfer oplevert. Daarbij is ook rekening gehouden met de schaal: steden zijn onderverdeeld in categorieën van kleinere gemeenten tot fors metropolen.
Wat is nu de grotendeels leefbare plek van Europa, de gemeente die het best scoort op groen, duurzaamheid en mobiliteit? Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat vooral kleinere steden het clean doen. De top drie bestaat uit Pamplona in Spanje (6,8), Genève in Zwitserland (6,65) en Harlow in het Verenigd Koninkrijk (6,64). „De verschillen in HUDI-scores zijn vaak klein, maar de index laat duidelijke trends zien. Maar: geen enkele gemeente scoort hoger dan een 7″, zegt hoofdonderzoeker Federica Montana van ISGlobal tegen wetenschapswebsite Scientias.nl.
Kijkend naar de Nederlandse steden, blijven we duidelijk achter bij de Europese koplopers op het gebied van leefbaarheid. Toch leveren de resultaten een verrassend visualisatie op. De onverwachte top 4 bestaat uit Purmerend (5,96, plek 61 van 917), Hoorn (5,91, plek 75), Gouda (5,77, plek 116) en Zoetermeer (5,77, plek 117). Deze steden scoren in Nederland het best.
Grotere steden in Nederland scoren opvallend lager. Amsterdam (4,92, plek 651), Rotterdam (4,68, plek 768), Oss (4,55, plek 814), Sittard-Geleen (4,53, plek 821) en Ede (4,52, plek 824) eindigen onderaan de ranglijst.
Een opvallende ontwikkelingslijn is dat Oost-Europese steden, zoals steden in Roemenië, Bulgarije en Polen, veelal onderaan de opsomming staan. Steden in West-Europa, vooral in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Zweden, scoren juist een stuk beter en staan vaak in de top van de ranglijst.
„De geografische verschillen bouncen eruit. De achterstanden in het oosten zijn structureel en hangen samen met beleid én de beschikbare infrastructuur”, schijnsel onderzoeker Natalie Mueller als reden toe.
Waarom specifiek de kleinere steden het beter doen dan bijvoorbeeld Amsterdam, heeft volgens de onderzoekers meerdere redenen. „Kleinere steden behalen iets hogere HUDI-scores dan grotere steden. Ze scoren vooral beter op het gebied van milieu, waaronder luchtkwaliteit, groenvoorzieningen en de natuurlijke begroeiing.”
„Ook hebben ze minder last van hitte-eilandeffecten”, leggen de onderzoekers uit. „Grotere steden presteren juist beter op stedelijk constructie en duurzame mobiliteit, zoals dichtheid, compactheid, infrastructuur voor wandelen, trappen en openbaar vervoer.”
Wat gaat er dan mis bij de metropolen? „Hoewel fors steden op sommige vlakken voordelen bieden, zoals stedelijk constructie en duurzame mobiliteit, zoals dichtheid, compactheid, middelhoogbouw, zorgt de slechte milieukwaliteit voor mindere algemene gezondheidsresultaten. Ze scoren vaak zeer laag op luchtvervuiling en gebrek aan groen waardoor hun totale HUDI-score flink zakt”, legt ze uit. Volgens hoofdonderzoeker Federica Montana ligt het drama bij een ‘eenzijdige ontwikkeling’.
Maar een kritische noot aan kleinere steden is dat desondanks kleinere steden vaak omringd zijn door natuur, deze niet altijd te voet bereikbaar is vanuit de woonwijken. „Dat is zorgwekkend. We moeten groenzones beter integreren in het stedelijk weefsel”, benadrukt ze. Geen enkele gemeente scoort boven de 7 en dat is volgens Mueller een belangrijk indicatie.