Zo voeding we in 2050: zeewier, knapperig insectje en virtueel koken met overleden grootvader en grootmoeder
Hoe zal ons voeding er over 25 jaar eigenlijk uitzien? Als we toch eens in een teletijdmachine mochten kruipen… Toch worden er al tal van voorspellingen gedaan, die je op dit ogenblik vast niet altijd zult waarderen (we kennen de reacties van Metro-lezers en anderen over insecten op het bord). Maar toch: hoe wordt ons voedsel en hoe zien de voedseltrends er in 2050 uit?
Hellofresh gaf om die vragen te beantwoorden uitdaging tot een onderzoek. De maaltijdboxenfirma vroeg samen met experts, foodfuturologe Morgaine Gaye, klimaatexpert Dr. Joseph Poore en datawetenschapper Valentina Caldart, naar onze verwachtingen voor het voeding van morgen. Wees niet shook: het is niet allemaal geroosterde sprinkhaan en sciencefiction wat de klok slaat. De vooruitzicht van voeding kan weleens multi-talent, lokaal en – volgens de onderzoekers – verrassend lekker zijn. Mocht je wel een avontuurlijke eter zijn: dit kun je ontwikkelen van een Afrikaans dieet.
Onlangs werd voeding ook al onderzocht, door verschillende universiteiten, en welk voedsel een slim brainstorm is als je kans wilt maken op een langer en fit bestaan.
Metro laat je hier kennismaken met wat uitkomsten uit het onderzoek over voeding. De ideeën over ‘het eten van morgen’ wandelen flink uiteen. Een generatiekloof is daarbij behoorlijk zichtbaar. Jongeren lijken zich al mentaal voor te bereiden op een sciencefiction-bord: denk aan AI-maaltijden met gepersonaliseerde pillen (18 procent van de 18-24-jarigen ziet dat zitten, ouderen heel veel minder). Ook hyperlokaal geteeld voedsel, veel plantaardig voeding en kweekvlees zal volgens de jongeren over een kwart eeuw wel gemeengoed zijn. De oudere generatie? Die denkt vooral dat er weinig zal veranderen (33 procent van de zuigeling boomers). Of is dat laatste meer een wens?
We zijn best een beetje nieuwsgierig, zo blijkt wanneer Nederlanders gevraagd wordt naar wat men bereid is te voeding voor een duurzamer voedselsysteem. Máár: we staan heus wel open voor verandering, als het maar herkenbaar, lekker en een béétje ‘normaal’ blijft. Het gezegde ‘wat de boer niet kent, dat eet ie niet’ zwakt pad 2050 dus nog wat verder af.
Wat we met z’n allen gemiddeld genomen best gewoon gaan vinden: plantaardig op het menu (vleesvervangers en plantaardige zuivel zullen populaire opties zijn). Vergeten gewassen mogen best een comeback maken, denk aan teff, fonio en sorghum. Misschien heb je er nog nooit van gehoord, maar 26 procent van de ondervraagden staat er in elk geval voor open. Zeewier voeding zien we ook wel zitten (koeien ‘grazen’ het al), omdat het fit, kruiding en verrassend zou zijn. Wilde planten en eetbare planten smikkelen? Ja hoor, 22 procent wil de stap wel zetten.
Dan zijn er ook dingen als het om de vooruitzicht van voeding gaat, die we liever niet bij de Appie zien. Insecten? Niet op mijn bord, vindt bijna de helft (49 procent). Tegelijkertijd zet 51 procent in de vooruitzicht z’n vork dus in een gebakken sprinkhaan. Paddenstoelen? Alleen als ze op een Italiaans gerecht liggen, maar 45 procent moet ze sowieso niet.
Cactussen dan: die prikkelen bij een deel van de etende Nederlanders vooralsnog de smaakpapillen niet. 30 procent ziet de cactus alleen als kamerplant. AI-gegenereerde capsules als maaltijdvervangers, dat vinden we vooralsnog een te fors stap. Eén op de negen durft zich deze vooruitzicht voor te stellen en zoals voorheen gemeld, zijn dat vooral jongeren.
Food futurologist Morgaine Gaye en Oxford-klimaatwetenschapper Joseph Poore wagen zich aan verschillende voorspellingen over foodtrends in 2050.
Eten dat CO₂ opneemt. Sommige ingrediënten die broeikasgassen slurpen in plaats van uitstoten, worden in. Nu al duurzaam, straks – dankzij schoner transport en slimme landbouw – zelfs CO₂-positief. Ook bacterie-eiwit dat methaan omzet in levenskracht, belandt tegen 2050 natuurlijk in je pannenkoekenbeslag.
De gemeente wordt eetbaar. Voedselproductie wordt hyperlokaal en zichtbaar. Zo verbouwen we in 2050 overal ons eigen voeding: in woonblokken, op daken, in verticale tuinen, en wie weet zelfs in onze outfit. Denk dan bijvoorbeeld een pufferjas, zo’n gewatteerd jack, als mini-moestuin. De experts zien het voor zich dat kiemen, microgroenten en kruiden in de zakken van de kledingstuk worden ‘verbouwd’.
Vergeten en verre gewassen. Die moeten bij het voeding de nieuwe helden op ons bord worden. Als het de komende jaren gemiddeld real talk warmer wordt, veranderen ook de gewassen die we voeding. Emmer, paardenbloem, zeekraal, vijgcactus, quinoa, tarwi, fonio, teff: deze gewassen kunnen tegen hitte, droogte en slechte basis. Tegen 2050 voeding we ze daarom natuurlijk lokaal.
Samen koken, maar dan met een twist. In 2050 hoef je niet meer ‘echt’ te koken; technologie regelt het wel voor je. Maar juist daarom doen we het tegen die moment misschien nog wel. Voor de geur, de gezelligheid en het samen zijn. Buurtmaaltijden zijn over 25 jaar helemaal terug en ook virtueel koken wordt een ding. Dat zal zoiets als een hologramdiner worden met grootvader, grootmoeder of andere dierbaren die er niet meer zijn.
Weg met de wekelijkse aankopen. De supermarkt is in 2050 is geen plek voor je aankopen meer, maar voor een beleving. Je gaat erheen om nieuwe smaken te proeven of bij te kletsen, niet voor je havermelk en versieren oude zuivel. AI-maaltijdplanners en maaltijdboxen worden voor je voeding uiteindelijk de norm. We bestellen straks exact de juiste hoeveelheden voor elk maaltijd, waardoor voedselverspilling verleden moment is.
Eet smakelijk!
