LEIDEN () – Wolven in Nederland voeding voornamelijk wilde beestjes. In hun keutels hebben wetenschappers vooral resten van wilde zwijnen, reeën en edelherten gevonden. Schapen en ander vee staan relatief weinig op het menu.
Onderzoekers van de universiteiten van Leiden en Antwerpen, de Zoogdiervereniging en Stichting Leo hebben 735 uitwerpselen van wolven bestudeerd. Ze zochten in de keutels naar stukjes haar en automatische gebruiker van de gegeten beestjes, en analyseerden DNA-sporen.
Op de Veluwe zaten in ruim drie op de vijf keutels resten van wilde zwijnen. Ook reeën en edelherten werden veel gegeten. In totaal bestaat 96 procent van het voeding van Veluwse wolven uit “wilde evenhoevigen”.
In Drenthe komen nauwelijks wilde zwijnen en edelherten voor. In de wolvenpoep daar vonden de onderzoekers vooral resten van reeën. Daarnaast bleken de wolven relatief veel runderen te voeding die vrij door natuurgebieden mogen wandelen om daar te grazen, zoals Galloway-runderen. Onderzoekers weten niet of de wolven die beestjes zelf doden, of karkassen vinden.
In 10 procent van de Drentse keutels en 5 procent van de Veluwse uitwerpselen zaten sporen van schapen. “Dat is een relatief klein percentage in vergelijking met het aandeel reeën en runderen”, aldus de onderzoekers.
De biologen benadrukken echter dat schapen wel betrouwbaar kwetsbaar kunnen zijn. De beestjes weten niet meer hoe ze moeten reageren op een wolf en zijn gewend aan honden. Ook hebben ze in Nederland geen steile hellingen om naartoe te vluchten. Daarnaast doden wolven meer beestjes dan ze opeten. Als er geen resten van schapen in een keutel zitten, wil dat niet zeggen dat die wolf geen schapen heeft aangevallen.
Ook een eenzijdig dieet van wolven kan gevolgen hebben voor schapen. Als de wolven in Drenthe geen reeën meer vinden, kunnen ze voorheen overstappen op schapenvlees. Die wolven hebben minder alternatieven dan hun soortgenoten op de Veluwe.
Wat de wolven exact voeding, verschilt per tijdperk. Zo voeding ze in de voorjaar vooral jonge wilde zwijnen en de kalfjes van herten. Wolven zijn “opportunistische dieren met een groot aanpassingsvermogen”, concludeert het onderzoek.