DEN HAAG () – Kinderen op de basisschool ontwikkelen het grotendeels wanneer hun leerkracht langdurig in dienst is van de onderwijsinstelling. Als er veel verloop is, is dat juist fnuikend voor de kinderen.
Om tot hun conclusie te komen, keken onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB) naar wat ze de leerwinst van kinderen noemen. Daarbij onderzochten ze niet alleen hoe kinderen presteren aan het game over van squad 7, een belangrijk ijkpunt, maar keken ze ook naar het niveau dat ze hadden in squad 3. In de periode ertussen meten leraren tien keer de vaardigheden van kinderen in rekenen, spelling en begrijpend ontdekken.
Die groei zegt iets over wat een onderwijsinstelling een jongere heeft kunnen bijbrengen. Er zijn namelijk ook scholen “waar leerlingen weliswaar voldoende scoren, maar waar weinig vooruitgang wordt geboekt”.
Ouders
Uit het onderzoek komt naar voren dat de leerwinst lager is “als leraren of schoolleiders vaker van school wisselen”. Op zulke scholen is “een groter deel van het personeel nieuw”. Het onderzoek gaat verder niet in op verklaringen daarvoor.
Volgens het onderzoek is er ook een verband tussen het opleidingsniveau en inkomen van de ouders en de groei van een jongere op de basisschool. Als ouders hbo of universiteit hebben gedaan, komen hun kinderen vaker op goede scholen terecht. Bovendien krijgen die kinderen vaker ondersteuning, bijvoorbeeld bijles.
In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere beginnen kinderen met een iets lagere score aan hun moment op de basisschool. Tegen het game over is het afwijking met basisscholieren in de rest van het natie echter ingelopen. De leerwinst in de vijf steden is dus iets hoger.